De sierkersen in het Bloesempark in het Amsterdamse Bos gaan worden gekapt. De bomen, die tijdens de bloei een populaire trekpleister zijn, zijn na 35 jaar aan vervanging toe. De verwachting is dat in het voorjaar van 2029 het park vernieuwd is.nbspIn het Bloesempark staan zon 400 Japanse sierkersen. Tijdens de bloei in de lente zorgen de bomen voor veel bekijks, wat soms zorgt voor lange rijen met bezoekers. De bomen in het park zijn in het jaar 2000 geschonken door de Japan Womens Club en moeten de band tussen Nederland en Japan symboliseren.nbspDe bomen waren zon 10 jaar oud toen ze in het Amsterdamse Bos werden geplant, de bomen zijn nu ongeveer 35 jaar en aan vervanging toe. In optimale omstandigheden kunnen de kersenbomen ongeveer 40 tot 50 jaar oud worden, maar de gemeente ziet dat de bomen sterk achteruitgaan. Dit jaar zijn bijvoorbeeld al twaalf bomen die geen bladeren meer hadden aan de takken en dus dood zijn.nbspnbspKleilaag niet optimaalDat de bomen niet de 50 jaar halen, komt doordat de groeiomstandigheden niet ideaal zijn. Een van de oorzaken is de kleilaag die onder het Bloesempark ligt. Die zorgt ervoor dat de afvoer van water in natte periodes slecht is en dat de boomwortels in droge periodes geen toegang hebben tot grondwater. Een andere oorzaak is de afstand tussen de bomen, om goed te kunnen groeien hebben ze meer ruimte nodig.De gemeente gaat daarom ook de bodem verbeteren en uumlberhaupt de inrichting van het park aanpassen, om zo meer ruimte te creeumlren. De bomen worden allemaal op hetzelfde moment vervangen, in 2028 na de bloeiperiode. De nieuwe bomen zijn dan ook weer ongeveer 10 jaar oud. Niet alle bomen hoeven compleet te worden vervangen, een klein aantal bomen is nog in redelijke conditie. Er wordt onderzocht of die bomen aan de rand van het vernieuwde park kunnen worden geplaatst.nbspDoordat de bomen in kwetsbare conditie zijn, kijkt de gemeente of er de komende jaren extra maatregelen moeten worden genomen.nbsp

De stikstofcrisis draait om twee gassen: stikstofoxiden en ammoniak. Te veel uitstoot van deze gassen kan leiden tot schade aan de natuur, zoals een slechtere waterkwaliteit en minder biodiversiteit.