Deze 36 boeken hebben de Knack-redacteurs met plezier gelezen in 2025
Hoofdredacteur Bert Bultinck en collega’s selecteerden hun favoriete boeken van het voorbije jaar – persoonlijk, uiteenlopend en met één gemene deler: ze zijn het lezen meer dan waard.
Bert Bultinck
1. Breakneck – Dan Wang (Penguin Books)
Waarom doet China het zo goed, en lijken de Verenigde Staten achterop te hinken? Dan Wang, een kind van Chinese migranten, werd de afgelopen maanden wereldberoemd met zijn handzame analyse: een land van ingenieurs (China) is tot veel meer in staat dan een land van advocaten (VS). Maar zijn boek gaat veel dieper dan die interviewpitch. De éénkindpolitiek of de desastreuze ‘zero covid’-strategie laten de achterkant zien van het succesrecept van Xi Jinping. Wervelend geschreven, tjokvol met nieuwe inzichten: ‘Breakneck’ is een sleutelboek voor iedereen die de formidabele kracht van China wil begrijpen.
2. Wisselwachter – Geert Mak (Atlas Contact)
Heerlijke pageturner over het leven van Harry Hopkins, de rechterhand van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt. In één moeite schrijft de Nederlandse rasverteller Geert Mak ook een geschiedenis van de transatlantische verhoudingen op een zeer precair moment van de twintigste eeuw. Helder in de grote historische lijnen, beklijvend in de menselijke petites histoires : ‘Wisselwachter’ vliegt voorbij, en als u het dichtklapt bent u plots weer een pak slimmer. En begrijpt u heel goed waarom Eleanor Roosevelt haar gouden ring teruggaf bij de begrafenis van haar man.
3. Het continent zonder eigenschappen – Peter Sloterdijk (Boom)
Slim, provocatief, inventief en encyclopedisch: deze bundeling van lezingen van de Duitse filosoof zoekt een tegengif voor de wijdverbreide apocalyptiek van het oude continent, en vindt het ook. Premier De Wever zal zijn hartje kunnen ophalen aan de stelling van Sloterdijk dat Europa eigenlijk niets anders is dan een re-enactment van het Romeinse Rijk, eindeloos op repeat . Helaas zijn we die kern ergens uit het oog verloren: ‘Niet zelden gaat men hier bij ons naar het toneel om zich er onder leiding van kunstenaars als Samuel Beckett, Robert Wilson of Christoph Marthaler van te overtuigen dat er op een of andere interessante wijze niets meer gebeurt’. Als dat elitair klinkt, wel: dat is het ook. Sloterdijk is onbeschaamd intelligent – het zou zomaar eens een Europees programma kunnen zijn.
Ewald Pironet
1. Het verraad aan de verlichting – Maarten Boudry (Uitgeverij Prometheus)
Wetenschapsfilosoof Maarten Boudry fileert op messcherpe wijze het progressieve en linkse kamp dat volgens hem verraad heeft gepleegd aan de eigen idealen. Hij laat zien hoe men zich steeds meer afkeert van de principes van de Verlichting en verzandt in anti-westers slachtofferdenken en degrowth-fantasieën. Dit is een noodzakelijk en moedig boek – verplichte lectuur voor iedereen die serieus wil nadenken over de toekomst van onze samenleving.
2. Het betonnen beleid – Quinten Jacobs (Uitgeverij Ertsberg)
Hoe komt het toch dat onze politici er maar niet in slagen om het land grondig te hervormen? Waarom lijkt alles vast te zitten? Advocaat en grondwettelijk expert Quinten Jacobs (KU Leuven) legt het helder uit: naast de beruchte Belgische ‘institutionele lasagne’ spelen ook een te ruime interpretatie van mensenrechten en de ideologische koers van de Europese Unie een grote rol. En dat is grotendeels het werk van de politici zelf. Ook dit is een noodzakelijk en dapper boek – een must-read voor iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in politiek.
3. Verslag 2024: economische en financiële ontwikkelingen – Nationale Bank van België
Een vaste waarde in mijn eindejaarslijstje: het jaarverslag van de Nationale Bank van België. Het staat vol cijfers, maar bevat ook veel heldere tekst en geeft een uitstekend overzicht van de economische en financiële situatie in ons land én in de wereld. Het is zakelijk, soms provocerend en biedt diepgaande inzichten in onze samenleving. Dit jaar is er extra aandacht voor het vermogen van Belgische gezinnen en hoe dat verdeeld is. Eigenlijk zou dit rapport de basis moeten vormen voor elk serieus debat over economie en financiën. Jammer genoeg blijkt telkens weer hoe weinig mensen het echt lezen. Daarom: een absolute aanrader! En het mooiste van al: het beste boek uit deze top 3 is gratis verkrijgbaar via de site van de Nationale Bank!
Gratis te downloaden via deze link.
Jan Herregods
1. In orbit – Samantha Harvey (De Bezige Bij)
‘Vanuit de ruimte naar de aarde kijken, dat is alsof een kind in de spiegel kijkt en zich voor het eerst realiseert dat het zichzelf ziet’, sprak de Britse schrijfster Samantha Harvey toen ze de Booker Prize in ontvangst nam. In haar boek tuimelt het ruimtestation met 6 astronauten aan boord rond de aarde, wat je volgens de jury van de Britse literaire prijs ‘laat nadenken over de individuele en collectieve waarde van het menselijk leven’. Klinkt een tikje zweverig, maar dit is dan ook een boek dat blijft hangen.
2. Writing on raving – Zoë Beery, Geoffrey Mak en McKenzie Wark (Duke University Press)
Moeder, waarom raven wij? In een tijd waarin VIP-tenten alsmaar groter worden en de festivals waar ze staan meer om het geld dan de muziek lijken te draaien, is het verfrissend dat een groep schrijvers op zoek gaat naar de essentie van de rave. Naar de charme van je vrienden kwijtraken (of er net nieuwe maken) in een donkere kelder vol veel te luide bassen. Achtergrond in de meeste verhalen is Brooklyn, maar de gedeelde ervaring die beschreven wordt, is er één voor iedereen met een techno-hart.
3. De stad en zijn onvaste muren – Haruki Murakami (Atlas Contact)
Een verlaten bibliotheek, muren van gelei, de geur van takken van een appelboom die in het vuur gegooid worden, en Yellow Submarine van The Beatles. Ziedaar de elementen die Murakami deze keer uit zijn stilistische gereedschapskist opduikelt. Voor zijn meest recente roman ging de Japanse grootmeester aan de slag met een kortverhaal dat hij in 1980 schreef. Mysterieus en meeslepend, zonder aan het einde alles prijs te geven.
Jeroen de Preter
1. De ondergang – Edouard Louis (De Bezige Bij)
In De ondergang beschrijft de Franse successchrijver Edouard Louis het korte miserabele leven van zijn gewelddadige en drankzuchtige broer. Het levert een allesbehalve sentimenteel, en misschien precies daarom zo aangrijpend boek op.
2. Kiki & ik – Leo Timmers (Querido)
In Kiki & ik vertelt een paard (ik) over zijn innige band met het meisje Kiki. Het verhaal heb ik de afgelopen maanden tientallen keren mogen/moeten voorlezen, maar dankzij de adembenemende prenten was dat geen straf.
3. Wisselwachter – Geert Mak (Atlas Contact) & Welches Europa brauchen wir? – Gerald en Francesca Knaus (Piper)
Twee boeken die wonderlijk goed op elkaar aansluiten. Twee boeken ook over ‘het wonder’ Europa, telkens met een glansrol voor founding father Jean Monnet. Vriendelijk verzoek nog aan onze uitgevers: gelieve dat vandaag meer dan ooit urgente boek van vader en dochter Knaus ten spoedigste van een Nederlandse vertaling te voorzien.
Doreen Hendrikx
1. Op een andere planeet kunnen ze me redden – Lieke Marsman (Uitgeverij Pluim)
Een terminale Marsman leert ons opnieuw twijfelen aan de dingen zonder in complottheorieën te vervallen. Als je je gewoon laat meedijnen in haar retoriek, dan is die herintroductie van de rafelranden van onze collectieve kennis een goede herinnering aan hoeveel we nog niet weten.
2. Fun Home – Alison Bechdel (Vintage Publishing)
Alison Bechdel – die van de Bechdel-test – fileerde de relatie met haar vader aan de hand van hun gedeelde homoseksualiteit en liefde voor literatuur. De manier waarop Bechdel alles van James Joyce tot Oscar Wilde verweeft met haar unieke tekenstijl, is ongelofelijk elegant en laat geen twijfel over hoe literair graphic novels kunnen zijn.
3. The Poppy War – R.F. Kuang (Harpercollins Publishing)
Sommigen zullen zeggen dat Babel of het dit jaar uitgekomen Katabasis het literaire hoogtepunt van R.F. Kuangs prille carrière is, maar dan hebben ze waarschijnlijk nooit haar debuut The Poppy War gelezen. Wat begint als een ogenschijnlijk simpel verhaal over Rin die zich tegen de vooroordelen van haar klasgenoten op de militaire school moet verzetten, mondt uit in reflectie op de chaos en zinloosheid van oorlog en macht. Het is misselijkmakend met momenten en toch kan je niet wegkijken.
Dirk Draulans
1. Al wat leeft – Jason Roberts (Hollands Diep)
Een dubbele biografie van de Zweed Linnaeus en de Fransman Buffon, die beiden in de 18e eeuw werkten aan een systematiek van het dieren- en plantenrijk, maar elkaar niet konden luchten: een gevallen held en een visionair.
2. Waarom we vrede willen maar oorlog voeren – Harald Meller, Kai Michel en Carel van Schaik (Uitgeverij Balans)
Een grondige heranalyse van het concept oorlog in de mensenwereld aan de hand van vooral paleontologische en archeologische vondsten. Slotconclusie: oorlog zit niet in onze biologie, maar is een product van recente culturele ontwikkelingen.
3. Arm Vlaanderen – Maarten Van Ginderachter (Horizon)
Een historische analyse van de nefaste gevolgen van de eerste globaliseringsronde op vooral de landbouw in het Vlaanderen van de 19de eeuw. Ontluisterend.
Ann Peuteman
1. Wisselwachter – Geert Mak (Atlas Contact)
Harry Hopkins, de centrale figuur in dit weergaloze boek van de Nederlandse journalist Geert Mak, was in de jaren dertig en veertig de rechterhand van president Franklin D. Roosevelt. Nooit verkozen en vaak zelfs zonder officiële functie hielp hij, zowel tijdens de Grote Depressie als in de Tweede Wereldoorlog, de geschiedenis in een plooi leggen die tot op vandaag grote gevolgen heeft.
2. De feestzaal van mijn ouders – Els Snick (Uitgeverij Van Oorschot)
In dit boek keert literair vertaalster Els Snick nog een keer terug naar de plek waar ze haar jeugd doorbracht: de feestzaal van haar ouders in Oostrozebeke. Heel kunstig verweeft ze het verhaal van haar eigen familie en het onverwerkte oorlogsverleden van de streek met dat van de collaborerende priester-dichter Cyriel Verschaeve, die een opvallende rol speelde in de geschiedenis van de feestzaal.
3. Voortschrijdend inzicht: beschouwingen – Julian Barnes (Atlas Contact)
In de vijf heerlijk geschreven essays uit deze bundel geeft Julian Barnes zijn lezers eigenlijk dezelfde boodschap mee als Knack elke week doet: durf twijfelen. Vol zelfspot blikt de Britse schrijver, die straks tachtig wordt, terug op momenten in zijn leven waarop hij van gedachten is veranderd.
Peter Casteels
1. Het verhaal van mijn schaarste – Marieke Groen (Thomas Rap)
Ik had nog nooit van Marieke Groen gehoord, en las dit boek enkel in januari omdat ik het zelf in een eindejaarlijstje in De Groene Amsterdammer tegenkwam. Het verhaal van mijn schaarste is een memoir waarin Groen verhaalt over haar jeugd, haar eenzaamheid en haar leven in armoede. Ik denk dat het de luciditeit is waarmee ze vooral over dat laatste schrijft dat me het hardste getroffen heeft. Het is van begin tot eind origineel, er staat geen enkel cliché in. Het is een erg bijzonder boek dat veel meer lezers verdient.
2. Waar ik me voor schaam – Sheila Sitalsing (De Bezige Bij)
De Nederlandse journaliste Sitalsing kwam erachter dat haar grootvader tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de NSB. Ze gaat in historische archieven op zoek naar de feiten, en doet daarover in Waar ik me voor schaam verslag op dezelfde scherpe en intelligente toon als waarmee ze columns over de Nederlandse politiek schrijft in de Volkskrant. Haar morele strengheid is verfrissend, maar dat kan ook liggen aan de tijd waar we vandaag in leven. Ik interviewde Sitalsing dit jaar voor Knack.
3. The loves of my life: a sex memoir – Edmund White (Bloomsbury)
Omdat ik niet altijd het nieuwste boek van Edouard Louis kan tippen, deze keer eens iemand anders. De Amerikaanse schrijver Edmund White stierf dit jaar op 85-jarige leeftijd. Net voor zijn dood bracht hij The loves of my life uit. Hij noemt het zelf op de (prachtige) cover een sex memoir en dat is het ook echt: White blikt terug op de vele, vele mannen waar hij in zijn leven de beste en slechtste seks mee had. In zijn aandoenlijke eerlijkheid is hij zelfs op hoge leeftijd nog altijd een radicaal. Er wordt vandaag veel over seks geschreven, maar zelden zo complexloos, geestig en vooral écht als door White.
Tex Van berlaer
1. Het goede kwaad – Samanta Schweblin (Meridiaan Uitgevers)
Lang geleden dat een boek met kortverhalen zo werd bejubeld. In het universum van Schweblin geven David Lynch en Julio Cortázar elkaar een handje. De publiekslieveling is ‘Het oog in de keel’, maar let toch ook op ‘De vrouw van Atlántida’.
2. Trilogie van de oorlog – Agustín Fernández Mallo (Koppernik)
Geschreven in 2018, maar pas vorig jaar uitgegeven door het fijne Koppernik. Fernández Mallo moet een van de meest originele schrijvers van onze tijd zijn. De Spanjaard bewijst dat – zolang je maar uitdagend experimenteert – de roman nog lang niet dood is.
3. Linea Nigra – Jazmina Barrera (Meridiaan Uitgevers)
De laatste jaren is er stilaan een niche binnen de autobiografische fictie ontstaan: de zwangerschapsroman. De manier waarop de erudiete Barrera, partner van de geweldige Alejandro Zambra, het intieme verbindt met het grootse, is indrukwekkend.
Jeroen Zuallaert
1. Aleksandr Skorobogatov – Achter de donkere wouden (De Geus)
In een reeks ontroerende brieven neemt de Belarussisch-Belgische schrijver Aleksandr Skorobogatov afscheid van zijn zoon Vladimir, die in 2002 op nauwelijks 15-jarige leeftijd werd vermoord. Een hartverscheurend boek, dat de auteur liever nooit had moeten schrijven.
2. Mikhail Zygar – The dark side of the Earth (Orion)
Ruslands meest gerenommeerde journalist reconstrueert hoe de Sovjetunie roemloos uit elkaar viel, nauwelijks dertig jaar nadat het de eerste man in de ruimte had gebracht. Aan de hand van gesprekken met de voornaamste protagonisten gaat hij op zoek naar waarom Rusland er finaal niet in slaagde om de ketens van het autoritarisme af te gooien, en hoe cynisme Ruslands voornaamste exportproduct werd.
3. Fabrice Caro & Didier Conrad – Asterix in Lusitania (Van Ditmar)
Na een reeks tegenvallende albums is de unieke humor van bedenkers Albert Uderzo en René Goscinny eindelijk in ere hersteld. Asterix’ reis naar Portugal, land van melancholie en gedroogde vissen, vindt de stripreeks eindelijk de doorstart die het al zolang verdient.
Anaïs Raes
1. Patti Smith – Engelenbrood (Bloomsbury)
Een persoonlijk non-fictieboek over de jeugd, de ouders en het huwelijk van punk-oma Patti Smith. En over haar roeping als kunstenaar.
2. Vincenzo Latronico – De Perfecties (De Bezige Bij)
Een satirisch boekje over millennial expats in Berlijn, op zoek naar authenticiteit. Grappig herkenbaar.
3. Zadie Smith – Dood en Levend (Prometheus)
Gedachtenkronkels en bedenkingen over onder andere kunst, politiek, generatiekloven en technologie, verspreid over 30 essays.
Pieter Colpaert
1. America, América : A New History of the New World – Greg Grandin (Transworld Digital)
In deze klepper vertelt Pulitzer-winnaar Greg Grandin de verbonden geschiedenis van Noord- en Zuid-Amerika over vijf eeuwen (sinds de Spaanse verovering), en stelt hij dat de Amerikaanse identiteit en buitenlands beleid veel sterker gevormd werden door hun zuiderburen dan traditionele geschiedenisboeken doen uitschijnen. Grandin toont hoe Latijns-Amerika vaak fungeerde als morele spiegel voor de VS, als regio die Amerikaanse hypocrisie aankaartte wanneer het land zijn eigen lofwaardige idealen over democratie en vrijheid niet naleefde – extra relevant in tijden waarin Trump dreigt Venezuela de oorlog te verklaren.
2. Vincenzo Latronico – De Perfecties (De Bezige Bij)
Een hedendaagse update van Georges Perecs klassieker Les Choses (1965), waarin deze Italiaanse schrijver een koppel digitale creatievelingen volgt door Berlijn, Lissabon en Sicilië, waar ze ontdekken dat overal “hetzelfde merk havermelk in hun flat whites” zit. Een bijzonder bijtende roman over de creatieve klasse (het soort dat we in België waarschijnlijk ‘Dansaertvlamingen’ zouden noemen), en een must-read voor iedereen die zich ooit afvroeg waarom al die wijnbars en Airbnbs in elke hippe wereldstad zo deprimerend identiek aanvoelen.
3. Empire of the Elite – Michael M. Grynbaum (Simon & Schuster)
Een meeslepende kroniek over de geschiedenis van Condé Nast, Amerika’s invloedrijkste magazine-uitgever met o.a. Vogue, Vanity Fair en The New Yorker op stal, waarbij Grynbaum vooral focust op het gouden tijdperk in de jaren ’80 en ’90 toen hun magazines met quasi onbeperkte budgetten opereerden en cultuur én politiek mee domineerden, maar uiteindelijk de boot van het digitale tijdperk misten. Opvallend: Grynbaum maakt een sterk argument dat Donald Trump zijn celebrity-status en boekdeal voor The Art of the Deal voor een groot stuk aan Condé Nast te danken heeft, ook al zou hij later continu in de clinch liggen met diezelfde magazines.
The post Deze 36 boeken hebben de Knack-redacteurs met plezier gelezen in 2025 appeared first on Knack .